Haveroon, of het mysterie van het verdwenen kind

In 1687 werd Maria Cornelissen Moerincx, een ongehuwd dienstmeisje van 22 jaar uit de omgeving van Roosendaal, ervan beschuldigd te zijn bevallen. Maar het kind was spoorloos en de vader onbekend. Maria ontkende alles en deed het af als geroddel. Er kwam echter zog uit haar borsten en dat werd gezien als onweerlegbaar bewijs dat ze was bevallen. Omdat ze geen kind kon laten zien, werd ze gevangen gezet. In een van de oude teksten met betrekking tot dit verhaal wordt een plant genoemd: haveroon. Degene die het heeft getranscribeerd, kon deze niet thuisbrengen en kwam bij mij terecht. Een speurtocht naar de botanische details van dit verhaal leverde antwoorden, maar ook nieuwe vragen op.

Maaike van Kregten
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie – 35e jaargang, nr. 1, 2022.

Een getuige verklaarde dat Maria had gezegd: ‘Het krebelt so in mijnbuyk, tis off ik een kint draegh, ik wenste wel dat ik so dun was als gij.’ Daarnaast zou de nicht van Maria bij deze getuige hebben geinformeerd ‘of zij geen haveroon in haar hof had’, waarop zij ontkennend antwoordde, maar daarbij aangaf dat dat wel in de hof van haar moeder stond. Toen er werd gevraagd waarvoor zij dat wilde hebben, had de nicht geantwoord dat: ‘den tweden bast gekookt met maegdepalm in soete melk goet was om de stonden aff te setten‘, en ‘dat sy die haere nigte Maria wilde ingeven‘ [1].

De indruk wordt gewekt dat hier een remedie wordt besproken om een ongewenste zwangerschap te beëindigen. Het recept bevat de ’tweede bast’* van ‘haveroon’ in combinatie met maagdenpalm en moet worden gekookt in ‘zoete’ melk.** Aangezien ik alleen maagdenpalm herkende, ging ik allereerst te rade bij Philippe van Wersch die onder andere auteur is van het boek Folklore van wilde planten in Nederland en België. Hij vertelde mij dat in het Roosendaals dialect de ‘h’ vaak niet wordt uitgesproken en dat in de tijd voordat er spellingsregels bestonden, deze letter te pas en te onpas werd geschreven. De zoektocht ging dus verder naar ‘averoon’ en dat leverde resultaten op: het bleek om Artemisia abrotanum te gaan [2].

Een rondgang door een aantal oude kruidenboeken (tabel 1) laat zien dat de menstruatieopwekkende werking van deze plant bekend was. Onder andere Dodonaeus (1517-1585) verwijst naar Dioscorides (± 40-90 AD) als bron van informatie over deze plant; hij was dus blijkbaar al heel lang in gebruik voor menstruatieklachten.

In de stadsfarmacopees van rond die tijd en in de (wijde) omgeving van Roosendaal is de plant bekend, maar lijkt nauwelijks te worden gebruikt. Het is voornamelijk een ingrediënt van een unguentum martiatum (zenuwzalf), en hierbij worden blad en kruid gebruikt [3].

Grote maagdenpalm
(Vinca major L.).
Foto DinaKuzia

Van maagdenpalm (Vinca spp.) vermeldt Dodonaeus verschillende effecten op de baarmoeder. Zo helpt het bijvoorbeeld tegen pijn bij een bevalling of om een miskraam te voorkomen, maar ook bij het afdrijven van de nageboorte [2]. Fuchs meldt net als Dodonaeus dat het gemengd met melk en rozenolie als een pessarium ingebracht wordt ‘om de pine derselver moeder te doen cesseren‘. Fuchs [4] en Blankaart [5] raden het aan bij verschillende soorten bloedingen. In Tabernaemontanus wordt de plant niet genoemd.

Een zoekopdracht in de farmacopees levert niets op. In die van Amsterdam, Antwerpen en Rotterdam wordt de plant wel genoemd, maar lijkt verder niet gebruikt te worden. In de overige bekeken farmacopees komt Vincae niet voor [3].

Het hier gegeven recept wijkt af van wat wordt beschreven in de kruidenboeken. Het specifieke gebruik van de bast zou mogelijk om bloedingsremmende looistoffen kunnen gaan. Het koken in melk was wellicht bedoeld om de etherische oliën beter te extraheren en om de oplosbaarheid van de Vinca-alkaloïden te verbeteren. Helaas is er geen modern onderzoek te vinden dat de effecten kan onderbouwen die beschreven worden in de oude kruidenboeken. De planten worden wel onderzocht, maar niet specifiek op effecten bij ‘vrouwenzaken’.

Het is niet bekend of Maria ook daadwerkelijk het hier beschreven middel heeft genomen, waarvoor ze het nodig had en of ze überhaupt wel zwanger was. Gezien het tijdsbestek waarin dit alles zich afspeelt, kan ze geen voldragen zwangerschap hebben doorgemaakt. Ze kon dus ook geen kind laten zien. Tepelvloed werd gebruikt als hèt bewijs dat ze recent was bevallen. Er lijkt echter niet naar meer tekenen van een bevalling te zijn gezocht, terwijl er na een recente bevalling meer aanwijzingen daarvan aan een lichaam te zien zijn. Bovendien zijn de verklaringen van slechts een persoon afkomstig, die de meeste informatie slechts indirect heeft gekregen.

 (H)averoon, of citroenkruid
(Artemisia abrotanum L.)
Foto Agnieszka Kwiecień, Nova

Wat is hier gebeurd? We kunnen daar helaas alleen maar over speculeren. Maar als Maria zwanger was en het middel heeft gebruikt, is dat waarschijnlijk in een vrij vroeg stadium van de zwangerschap geweest. Na een abortus of miskraam kan er ook vocht uit de borsten komen, naast nog vele andere mogelijke oorzaken [6,7]. Maria zou daarom ook gelijk kunnen hebben gehad, namelijk dat ze niet zwanger was geweest. Misschien had ze bepaalde lichamelijke problemen, hormonaal of anderszins, waarmee haar nicht haar met het genoemde recept wilde helpen. In een tijd waarin er nog geen padded bh’s bestonden en zij vochtplekken op haar bovenkleding had, kon er daardoor gemakkelijk geroddel ontstaan. Maar wanneer de planten in het aanbevolen middel een hormonale werking hebben, zouden die ook de oorzaak kunnen zijn geweest van de tepelvloed.

Wat er verder met Maria is gebeurd, zullen we helaas nooit weten. We kunnen in ieder geval wel concluderen dat (h)averoon rond de 17e eeuw een gewaardeerde en veelgebruikte plant was, die in de moderne tijd (te) weinig is onderzocht. Met name de eventuele hormonale effecten van beide planten uit het recept zouden nader onderzocht kunnen worden. Er is helaas nog erg weinig farmacologisch en klinisch onderzoek naar kruiden die bij vrouwenklachten werden en worden ingezet.

* Binnenbast, ontdaan van schors; zoals kaneel.
** Zoete melk, zo genoemd ter onderscheid van zure of karnemelk. Het is dus ‘gewone’ verse melk.

Referenties
[1] Tijdschrift van de heemkundekring de Vierschaar. 2021;39(3):41-45. Oorspronkelijke tekst: West Brabants Archief. Rechterlijk archief Roosendaal en Nispen, 1557-1811. Protocol van allerhande akten, 1685-1811. Archiefnummer roo – 0023, inventarisnummer 359.
[2] Dodonaeus R. Cruydt-boeck. Antwerpen: Balthasar Moretus; 1644. In te zien via: leesmaar.nl/cruydtboeck/index.htm.
[3] Farmacopees van Antwerpen 1660; Amsterdam 1683; Dordrecht 1708; Rotterdam 1709; Leiden 1718. www.stichtingfarmaceutischerfgoed.nl/resources/gedigitaliseerde-farmacopees.
[4] Fuchs L. Den nieuwen herbarius. Basel: Michiel Isingrin; 1545. In te zien via: www.uu.nl/bijzondere-collecties-universiteitsbibliotheek-utrecht/collecties/oude-en-bijzondere-drukken/populair-drukwerk/den-nieuwen-herbarius-1545.
[5] Blankaart S. Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek. Amsterdam: Jan ten Hoorn; 1698. In te zien via: https://dbnl.org/tekst/blan012nede01_01/blan012nede01_01_0499.php.
[6] Gynaikon klinieken. Abortus hulpverlening. www.gynaikonklinieken.nl/abortus; geraadpleegd: 7-12-2021.
[7] Gezondheidsplein. Vocht uit de tepel. webspace.science.uu.nl/~ooste108/ExpD/website3/veranderingborstvocht.html ; geraadpleegd: 7-12-2021.