Men neeme: Om Borstdrank te maaken

Dit recept uit de 18e eeuw is een hoestdrank. Het staat in een handgeschreven kookboek dat uit het archief van het Huis Hardenbroek komt. Dit kookboek is door meerdere generaties doorgegeven aan het nageslacht. Het middel bevat onder andere drop en oude dubbele anijs, dat destijds een populair drankje lijkt te zijn geweest.

Nettie Stoppelenburg en Maaike van Kregten
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie 2023 nr. 2

In het archief van Huis Hardenbroek bevinden zich wat receptenboekjes afkomstig van de familie Caan van Neck [1]. Om te begrijpen hoe ze daar terecht zijn gekomen, is het nodig om iets van de familiegeschiedenis te vertellen. In 1890 trouwde Ernest Louis van Hardenbroek van Lockhorst met Johanna Maria Antonia Caan van Neck. De bruid was de dochter van de burgemeester van Rijswijk, Jan Hendrik Caan van Neck. De burgemeester was een kleinzoon van Hendrik Adriaan Caan en Susanna Jacoba Johanna van Neck. Zij verzocht in 1844 om de geslachtsnaam van haar kleinzoon te wijzigen in ‘Caan van Neck’. Kennelijk had zij een warme relatie met deze kleinzoon en via hem zijn haar receptenboekjes in het bezit gekomen van haar achterkleindochter. Ze verhuisden mee van Rijswijk naar Domburg en vervolgens naar Noordwijk, waar Ernest Louis van Hardenbroek burgemeester werd. De recepten zijn dus generaties lang bewaard en dat ze bij al die verhuizingen niet in de prullenbak zijn beland, geeft wel aan dat ze gewaardeerd en gebruikt werden [2,3].

Anijsbrandewijn
‘Borstdrank’ werd gebruikt bij hoest [4,5,6]. Deze borst- of hoestdrank bevat vijgen, rozijnen, zoethout, drop (van zoethout) en (oude dubbele) anijs. Dit laatste is een alcoholische drank die werd gestookt van onder andere anijszaad. De aanduidingen ‘oude’ en ‘dubbele’ zijn mogelijk kwaliteitsaanduidingen.* Hoewel de drank mogelijk uit meerdere ingrediënten kon bestaan, ligt de focus in dit artikel op het zaad van anijs (Pimpinella anisum). In 1253 wordt er al melding gemaakt van een “suoten [zoete] dranc mít lacrisse [zoethout] ende mít anís” [7]. Een woordenboek uit 1799 geeft aan dat ‘anijs’ een bekende sterke drank is [8; zie ook 9, 10].

De arts Steven Blankaart (1650-1704) zegt over anijs: “Het zaad is alleen gebruikelyk: is verwarmende, verdunnende, wind-dryvende: stilt de pyne des buiks; opent de melk-buisjes, waar door overvloedig sog in de borsten komt. Is dienstig in alle borst-qualen, maakt de fluimen los, en matigd den hoest. Hier van werd een Anys-Brandewyn gemaakt, waar van men een lepel vol of twee kan gebruiken tegens de voornoemde qualen” [11]. Anijsbrandewijn werd dus ook gebruikt om de melkvloed op gang te brengen. Er zijn echter geen onlinebronnen gevonden uit de 18e eeuw of eerder over het gebruik van de drank als ‘kraamanijs’: de ‘vloeibare voorloper’ van beschuit met muisjes.* Dit is een claim die op commerciële sites wel veel voorkomt.

Drop
Alle ingrediënten waren bekende middelen tegen hoest en andere ‘borstkwalen’ in een aantal oude kruidenboeken [11,12,13], behalve rozijnen, die staan niet in het boek van Blankaart. Alle ingrediënten komen voor in de Pharmacopoea Ultrajectina Nova uit 1749 [14]. Daar staat ook een droprecept in: zoethoutwortel moet in water worden gekookt, verdampt en gemengd met Arabische gom en suiker. Er werden in de apotheek vervolgens trochisci van gemaakt: ronde, platte vormen [14,15].

De oudste vermelding van het woord drop in het online etymologisch woordenboek [16] stamt uit 1603 en omschrijft het als volgt: “Soet hout of drop soet hout (‘verdikt sap van zoethout’) ghenutticht, gheneest den borste”. En uit 1746: “Huismiddelen tegen de Hoest, bestaande in Tabletten van drop”. Het woord zelf verklaart het als ‘druppel, klein bolletje’, maar dan in de specifieke betekenis ‘een drop zoethoutwortelextract’, dat het basisbestanddeel is van drop [7].

Modern onderzoek
Om de werking van de ingrediënten te toetsen aan modern onderzoek is er via PubMed bekeken of er een expectorante, antitussieveen/ofontstekingsremmende werking is onderzocht. Daarnaast is er gezocht naar een aantal micro-organismen die de meest voorkomende luchtweginfecties kunnen veroorzaken, zoals Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae, Bordetella pertussis (kinkhoest), Mycobacterium tuberculosis (tuberculose) adenovirus, rhinovirus, influenza en respiratoir syncytieel virus (RS-virus), zie tabel.

De nummers verwijzen naar de referenties.

Vijgen (Ficus carica) bevatten slijmstoffen die als emollientia de luchtwegen ‘verzachten’ [17]. De vrucht vertoont een ontstekingsremmend effect, waar onder andere de volgende inhoudsstoffen verantwoordelijk voor worden gehouden: apigenin, luteolin, quercetin, hesperetin, geprenyleerde isoflavonen, morin, anthocyaninen en γ-tocoferol [18]. Er zijn aanwijzingen dat vijgen een antibiotische en antivirale werking hebben, maar de mogelijke werking van de vrucht is niet getest op de bacteriën of virussen die de meeste luchtweginfecties veroorzaken. Etnobotanisch onderzoek laat zien dat vijgen nog steeds worden gebruikt bij hoest en ontstekingen [19].

Rozijnen (Vitis vinifera) vertonen in vitro een ontstekingsremmend effect en vermoedelijk speelt de aanwezigheid van de pitten hierbij ook een rol. Pitloze rozijnen vertoonden in dit onderzoek namelijk ook een effect, maar minder dan dat van rozijnen met pitten [20]. Een ontstekingsremmend effect van druivenpitextract werd gezien in klinische onderzoeken [21]. Geïsoleerde inhoudsstoffen van druiven hebben ook ontstekingsremmende effecten laten zien [22]. Wellicht speelt de aan- of afwezigheid van de pitten in rozijnen een rol in de mate van effect bij de ontstekingsremmende werking. In ieder geval werden ze in het bovenstaande recept eruit gehaald. Er zijn geen resultaten gevonden van onderzoek met rozijnen op relevante micro-organismen.

Zoethout (Glycyrrhiza spp.) heeft een ontstekingsremmend en expectoranseffect. Saponinen helpen het opgebouwde slijm los te maken zodat het gemakkelijker kan worden opgehoest [23]. Van isoflavonen, flavonoïden en glycyrrhizinezuur zijn er resultaten die aantonen dat zij effectief kunnen zijn bij luchtwegklachten en een immuunregulerende en ontstekingsremmende werking hebben [24].

Anijszaad (Pimpinella anisum) heeft volgens ESCOP als therapeutische indicaties: milde infecties van de bovenste luchtwegen en expectorans. Dit is vooral gebaseerd op dierproeven [25]. Het expectorante effect van anijs lijkt vooral te danken aan het trans-anethol dat het bevat [26]. Deze stof vertoont ook een ontstekingsremmend effect in dierproeven [27,28] en was in een studie even effectief als indomethacine [28]. Bovendien is het goed oplosbaar in ethanol, dat in dit recept wordt gebruikt [27].

Het ziet er dus naar uit dat zowel drop als een destillaat van anijs zijn begonnen als medicijn, maar te lekker werden bevonden om het louter tot dat terrein te beperken. Destillaten en likeuren op basis van anijs zijn internationaal nog steeds populair, denk bijvoorbeeld aan ouzo, pastis en raki. En hetzelfde geldt voor drop. Waarschijnlijk denkt echter tegenwoordig niemand meer aan een medicinale werking als men geniet van een dropje of een glaasje ouzo.

* Hierover is bijzonder weinig informatie gevonden. De auteurs horen het graag als u meer weet.

Referenties
1. Het Utrechts Archief, toegang 1010 Huis Hardenbroek, inventarisnummer 4457: Kookboek, met achterin aan de keerzijde de receptuur voor het zelf bereiden van geneesmiddelen, 18e eeuw.
2. Het Utrechts Archief, toegang 1010 Huis Hardenbroek: inventaris van het archief van Huis Hardenbroek.
3. Centraal buro voor de genealogie. Nederland’s Adelsboek reeks. Den Haag: Uitgeverij Verloren; 1988-2014.
4. Pharmacopaea Amstelredamensis of d’Amsterdammer apotheek. Amsterdam: Jan ten Hoorn; 1714:73,74,78,80.
5. Meindertsma J. A Dutch eighteenth-century personal collection of recipes for the kitchen and for humans. MA Thesis. Leiden University; 2 July 2016:108.
6. Van der Sijs N. & Beelen H. (editors). Digitale uitgave van: Scott, J.E., Heele goeje remedien, en Resepte om te koken te bakken en te Confijten geschreven in het jaar 1737 door Mijn Man de Heer Jacobus. Elias. Scott, handschrift, ca. 1737. 2017:41,89,163.
7. Philippa M. et al. Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. Amsterdam: University Press; 2003-2009.
8. Weiland P. Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D. Amsterdam: Johannes Allart; 1799-1801.
9. Sweerts H. De tien vermakelijkheden van het huwelijk (eds. E.K. Grootes en Rob Winkelman). Amsterdam: Querido’s Uitgeverij; 1988. De eerste druk van het originele werk dateert van 1678.
10. De Vos P. Verzameling volks- en straatliedjes (collectie Nijhoff). z.n., z.j. (ca. 1650-1750). Universiteitsbibliotheek Leiden: p647, liednummer 283.
11. Blankaart S. Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden. Amsterdam: Jan ten Hoorn; 1698.
12. Dodonaeus R. Cruijdeboeck. Antwerpen: Jan van der Loe; 1554.
13. Dodonaeus R. Cruydt-boeck. Antwerpen: Balthasar Moretus; 1644.
14. Pharmacopoea ultrajectina nova. Utrecht: Jacob van Poolsum; 1749.
15. Buys E. Nieuw en volkomen woordenboek van konsten en weetenschappen. Deel 10. Amsterdam: SJ. Baalde; 1778.
16. Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank; via: etymologiebank.nl. 17. Basu S. et al. Development and characterization of mucoadhesive in situ nasal gel of midazolam prepared with Ficus carica mucilage. AAPS PharmSciTech. 2010;11(3): 1223- 1231. doi: 10.1208/s12249-010-9477-x.
18. Rezagholizadeh L. et al. Inhibitory effects of Ficus carica and Olea europaea on pro-inflammatory cytokines: A review. Iran J Basic Med Sci. 2022;25(3):268-275. doi: 10.22038/IJBMS.2022.60954.13494.
19. Shamkant B. et al. Traditional uses, phytochemistry and pharmacology of Ficus carica: A review. Pharm Biol. 2014; 52(11):1487-1503. doi: 10.3109/13880209.2014.892515.
20. Di Lorenzo C. et al. Evaluation of the anti-inflammatory activity of raisins (Vitis vinifera L.) in human gastric epithelial cells: A comparative study. Int J Mol Sci. 2016; 17(7):1156. doi: 10.3390/ijms17071156.
21. Sławińska N. et al. Selected seeds as sources of bioactive compounds with diverse biological activities. Nutrients. 2022;15(1):187. doi: 10.3390/nu15010187.
22. Naureen Z. et al. Foods of the Mediterranean diet: citrus, cucumber and grape. J Prev Med Hyg. 2022;63(2 Suppl 3):E21-E27. doi: 10.15167/2421-4248/jpmh2022.63.2S3.2743. 23. Wahab S. et al. Glycyrrhiza glabra (Licorice): A comprehensive review on its phytochemistry, biological activities, clinical evidence and toxicology. Plants (Basel). 2021;10(12):2751. doi: 10.3390/plants10122751.
24. Babich, O. et al. Study of the chemical composition and biologically active properties of Glycyrrhiza glabra extracts. Life. 2022;12(11):1772. doi.org/10.3390/life12111772.
25. European Scientific Cooperative On Phytotherapy. ESCOP monographs The Scientific Foundation for Herbal Medicinal Products. Online series. Anisi fructus (Aniseed). Exeter: ESCOP; 2014. Geraadpleegd: 17-02-2023.
26. Gradinaru AC. et al. Screening of antibacterial effects of anise essential oil alone and in combination with conventional antibiotics against Streptococcus pneumoniae clinical isolates. Rev Med Chir Soc Med Nat Iasi. 2014;118(2):537-543.
27. Sharafan M. et al. Illicium verum (star anise) and trans-anethole as valuable raw materials for medicinal and cosmetic applications. Molecules. 2022;27(3):650. doi: 10.3390/molecules27030650.
28. Shojaii A. et al. Review of pharmacological properties and chemical constituents of Pimpinella anisum. ISRN Pharm. 2012;2012:510795. doi: 10.5402/2012/510795.
29. Siriwattanasatorn M. et al. Antimicrobial activities of medicinal plants mostly used for acute pharyngitis treatment. J Med Assoc Thai. 2016;99 Suppl 4:S144-152.
30. Tanaka Y. et al. Antibacterial compounds of licorice against upper airway respiratory tract pathogens. J Nutr Sci Vitaminol (Tokyo). 2001;47(3):270-273. doi: 10.3177/jnsv.47.270.
31. Cai M. et al. Radix Glycyrrhizae extract and licochalcone a exert an anti-inflammatory action by direct suppression of toll like receptor 4. J Ethnopharmacol. 2023;302(Pt A):115869. doi: 10.1016/j.jep.2022.115869.
32. Fiore C. et al. Antiviral effects of Glycyrrhiza species. Phytother Res. 2008;22(2):141-148. doi: 10.1002/ptr.2295.
33. Matias AA. et al. Portuguese winemaking residues as a potential source of natural anti-adenoviral agents. Int J Food Sci Nutr. 2010;61(4):357-368.
doi: 10.3109/09637480903430990.
34. Bekhit Ael-D. et al. Antioxidant activities, sensory and anti-influenza activity of grape skin tea infusion. Food Chem. 2011;129(3):837-845. doi: 10.1016/j.foodchem.2011.05.032.
35. Gülçın I. et al. Screening of antioxidant and antimicrobial activities of anise (Pimpinella anisum L.) seed extracts. Food Chem. 2003;83(3):371-382. doi.org/10.1016/S0308-8146(03)00098-0.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Publicaties