Men neeme: Om slagh waeter te maecken

Het recept dat we deze keer bespreken komt uit het eind van de 18e eeuw. Het lijkt op het eerste gezicht een eenvoudig recept voor hoofdpijn en migraine, maar erachter komen wat ‘slagwater’ was en waarvoor het diende, bleek aardig wat voeten in aarde te hebben. Er zat veel meer achter dit recept dan vermoed en het bleek zelfs over landsgrenzen heen te gaan. Wat is dit mysterieuze slagwater en waar werd het voor gebruikt?

NETTIE STOPPELENBURG EN MAAIKE VAN KREGTEN
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie 2023 nr. 1

Het recept is afkomstig uit het archief van Huis Amerongen. Het zit in een verzamelmap met allerhande recepten waarvan geen eigenaar bekend is. Het handschrift lijkt erg op dat van Anna Elisabeth (Annebetje) van Tuyll van Serooskerken, de echtgenote van Frederik Christiaan Reinoud van Reede. Zij bewoonden het huis van 1765 tot 1795. Toen de Franse legers Nederland binnenvielen en geïnspireerd door de Franse Revolutie in Nederland de Bataafse republiek ontstond, vluchtte de familie naar Engeland, zoals meer adellijke families destijds deden [1].

Slagwater
De term ‘slagwater’ was aanvankelijk nauwelijks te vinden in een bruikbare context. Het lijkt (bijna) niet voor te komen in het Nederlands. Maar met het verruimen van de spelling en taal, is het toch mogelijk om het woord te verklaren. In het Vroegmiddelnederlands (1200-1300) betekent slach plaag, onheil of catastrofe en in het Middelnederlands (1250-1550): “Een plotseling iemand treffende of overvallende benauwdheid of beklemming, ook beroerte (…) gheraecktheyd, popelcye, apoplexia, ictus sanguinis” [2]. Een woordenboek uit 1553 verklaart: “Apoplexie: gheraectheyt oft slach daert gansch lijf af verstijf oft verslaet” en “Paralysie: lammicheyt oft gheraectheyt des lichaems, den slach”[3]. Slach slaat dus op beroerte. De Nederlandse en Duitse talen zijn sterk met elkaar verwant en in het Duits bestaat het woord nog steeds. Schlag betekent naast slag, klap en schok, ook beroerte [4].

‘Water’ slaat op het Latijnse aqua. In farmacopees zijn verschillende aquas ofwel waters te vinden, zoals bijvoorbeeld Aqua vitae (levenswater). Door het destilleren van wijn verkreeg men brandewijn, wat in dit recept wordt gebruikt [5]. Deze waters zijn gedestilleerde alcoholische plantenextracten met vluchtige bestanddelen [6], zoals ook het recept voor ‘pestwater’ uit NTvF nummer 1 van 2022.

De term ‘slagwater’ lijkt meer op de toepassingen van de recepten te slaan dan op de samenstelling. Er zijn namelijk verschillende aquas die, naast de officiële naam, worden aangeduid als slagwater [7,8,9]. Het werd ook Schreckwasser (schrikwater) genoemd [9]. Het werd onder andere toegepast bij beroerte [7,10], epilepsie [10] migraine [8] en angst [9].

R/ Om slagh waeter te maecken; is oock goet voor de migraine en voor de hooft pijne

Men moet neemen twee kannen*
franssen brandewijn
½ pont roesemarijn bloemen
Twee volle handen vol lavendel bloemen
4 handen vol melis bloemen
4 handen vol lilium convalium
off meij bloemen
Eene handt vol savie bloemen
Een loet muscaete bloem
De schelle van drie oraenjes
De schelle van drie citroenen
Dit altesaemen op den brande-
wijn gedaen en eene week off
vier laeten disteleren [extraheren], soo men
siet dat den brandewijn in de
bloemen getrocken is, soo moet
men noch eene kanne daerbij
doen en dan overhaelen [distilleren].
NB het moeten alle versse
bloemen sijn. Voor de hooft-
pijn off migraine strijekt
wat voort hooft aen den
slaep, en snuijft wat daer
van door de neusgaeten,
men kan oock eenen cleenen
lepel vol, mit wat wijn off
brandewijn inneemen.

*Een kan is ongeveer gelijk aan 1,4 á 2 liter.

Oude bronnen
Dit idee wordt bevestigd door een paar kruidenboeken, uitgaande van de indicaties waarvoor de planten werden ingezet; zie de tabel [11,12,13].

Wat muscaete bloem is, bracht ook enige verwarring, maar Dodonaeus en opnieuw de Duitse taal brachten uitkomst: het blijkt foelie te zijn. Dodonaeus schrijft: “Dat scorsken oft velleken dat tusschen die buytenste snoestere ende houten scelpe ghevonden wordt es ghenaemt (…) In Hoochduytsch Moscatenblumen Hier te lande Foelie ende Muscaetbloemen.” Daarnaast zegt hij erover: “Die Foelie es van crachten den Noten seer ghelijck. Nootmuskaat(noot) wordt veel gebruikt in andere recepten voor deze aandoeningen.

In Dodonaeus’ Cruydtboeck hebben sinaasappel en citroen zo goed als dezelfde werking. Daarbij maakt hij geen onderscheid tussen ‘oranje’ (sinaasappel, Citrus sinensis) en bittersinaasappel (C. aurantium). Citroen kan zowel C. x limon als C. medica zijn [11,12].

In de Utrechtse farmacopee van 1749 komen alle genoemde planten voor. Deze farmacopee bevat ook een aqua epileptica en een aqua antiparalytica die een aantal ingrediënten gemeen hebben met het hier besproken recept [14].

Zo zitten er in meerdere (slagwater)recepten tegen beroerte en/of epilepsie overeenkomstige ingrediënten, met name de bloemen van rozemarijn [10,14,15], lavendel [9,10,14,16], lelietje-van-dalen [10,14,16] en salie [9,10,14], als ook melisse [9,10], foelie [9] en nootmuskaat [8,9,14,16]. Citrusschillen lijken een originele toevoeging te zijn aan het recept uit Huis Amerongen.

Een voorbeeld is het recept van Heyman Jacobs (1626) om ‘lammicheyt’ te genezen. Dit betekende “Paralysie, lammicheyt oft gheraectheyt des lichaems, den slach” [3] en slaat onder andere op de verlamdheid die na een beroerte kan optreden. Jacobs schrijft: “Die wijse Meesters seggen, dat water gedistilleert van Meybloemkens, altemet eenen lepel vol inghenomen, is goet voor lammicheyt.” En ook: “Neemt Caneel, Nagelen, Muscaten, Lavendel-bloemen, stootet cleyn, ende met suycker gekoockt, is een goede Medecijn voor lammicheyt.” [16].

Moderne bronnen
De tabel laat zien dat ook in de huidige tijd de potentiële werking van de meeste gebruikte planten bekend is bij de genoemde aandoeningen. Deze tabel bevat zowel humane als in vitro-onderzoeken. In deze tijd is de toepassing bij beroerte in hoofdzaak onderzocht op preventief gebruik en niet meer (ook) als behandeling, zoals de oude bronnen aangeven.

Lelietje-van-dalen is nu vooral bekend vanwege de hartglycosiden die het bevat, maar het komt in meerdere oude recepten terug tegen de genoemde aandoeningen. Het zou interessant kunnen zijn om deze oude toepassingen ook aandacht in hedendaags onderzoek te geven.

Tot slot
‘Slagwater’ lijkt dus met name in het Duitse taalgebied een volksnaam te zijn geweest voor een middel dat vooral gebruikt lijkt te zijn voor zaken die plotseling kunnen komen opzetten, als een tegenslag of (donder)slag bij heldere hemel, zoals beroerte, epilepsie, angst en migraine. Het is lange tijd in gebruik geweest; alleen al de hier gevonden recepten beslaan een periode van 1626 tot 1919. Het woord slach is echter veel ouder, het is dus goed mogelijk dat er meer recepten te vinden zijn.

Annebetje had een groot gezin met vijf zonen en vier dochters. Het gezin leefde op grote voet en echt veel geld was er nu ook weer niet. Haar man, de graaf van Athlone, was lid van de Utrechtse ridderschap en had veel vijanden, ook omdat hij Prinsgezind was en in Utrecht waren veel patriotten. Athlone gaf de prins vaak verkeerde adviezen en er was ook veel kritiek op de manier waarop hij het ambt als hoofdschout van Utrecht uitoefende. Ze leefden in spannende tijden en vluchtten uiteindelijk  naar Engeland. Wellicht kwam het slag- of schrikwater haar wel goed van pas [35].

Referenties
1. Het Utrechts Archief, toegang 1001 Huis Amerongen, Inventarisnr. 5151 Recepten voor de behandeling van allerlei ziekten (18e eeuw).
2. Instituut voor de Nederlandse Taal. Historische woordenboeken Nederlands en Fries. gtb.ivdnt.org/search; Geraadpleegd: 25-11-2022.
3. Van den Werve J. II. Het tresoor der Duytsscher talen. Antwerpen: Hans de Laet; 1553.
4. Van Gemert JAH. Woordenboek Duits- Nederlands. Prisma: Utrecht/Antwerpen; 1962.
5. Rasmussen SC. (ed.). The Quest for Aqua Vitae. The History and Chemistry of Alcohol from Antiquity to the Middle Ages. SpringerBriefs in Molecular Science. 2014. doi: 10.1007/978-3-319-06302-7.
6. Tappeiner H. Lehrbuch der Arzneimittellehre und Arzneiverordnungslehre. Leipzig: FCW Vogel; 1899. p.53.
7. Spałek, K. et al. Historical ethnopharmacology of the herbalists from Krummhübel in the Sudety mountains (seventeenth to nineteenth century), Silesia. J Ethnobiol Ethnomed. 2019;15(1):24.
8. Fischer B. en Hartwich C. (ed.). Hagers Handbuch der Pharmazeutischen Praxis für Apotheker, Ärzte, Drogisten, und Medizinalbeamte. Berlin: Springer; 1919. Deel 1: p.846.
9. Fischer B. en Hartwich C. (ed.). Hagers Handbuch der Pharmazeutischen Praxis für Apotheker, Ärzte, Drogisten, und Medizinalbeamte. Berlin: Springer; 1919. Deel 2: p.287.
10. Lenertsz Vrolingh A. Der matroosen ghesontheydt. Antwerpen: Marcelis; 1663. p.43-44.
11. Dodonaeus R. Cruijdeboeck. Antwerpen: Jan van der Loe; 1554.
12. Dodonaeus R. Cruydt-boeck. Antwerpen: Balthasar Moretus; 1644.
13. Blankaart S. Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden. Amsterdam: Jan ten Hoorn; 1698.
14. Pharmacopoea ultrajectina nova. Utrecht: Jacob van Poolsum; 1749.
15. Adelung JC. Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart. Deel 3.Leipzig: JGI Breitkopf und Compagnie; 1793. p.1501-1502.
16. Jacobs H. Den schat der armen oft een medecijn-boecxken. Antwerpen: Hieronymus Verdussen; 1626. p.93.
17. Faridzadeh A. et al. Neuroprotective potential of aromatic herbs: Rosemary, sage, and lavender. Front Neurosci. 2022;16:909833.  doi: 10.3389/fnins.2022.909833.
18. Ghasemzadeh Rahbardar M. et al. Therapeutic effects of rosemary (Rosmarinus officinalis L.) and its active constituents on nervous system disorders. Iran J Basic Med Sci. 2020;23(9):1100-1112. doi: 10.22038/ijbms.2020.45269.10541.
19. Seyedemadi P. et al. The neuroprotective effect of rosemary (Rosmarinus officinalis L.) hydro-alcoholic extract on cerebral ischemic tolerance in experimental stroke. Iran J Pharm Res. 2016;15(4):875-883.
20. Eddin LB. et al. Neuroprotective potential of limonene and limonene containing natural products. Molecules. 2021;26(15):4535.  doi: 10.3390/molecules26154535.
21. Kim M. et al. Effects of lavender on anxiety, depression, and physiological parameters: Systematic review and meta-analysis. Asian Nurs Res (Korean Soc Nurs Sci). 2021;15(5):279-290. doi: 10.1016/j.anr.2021.11.001.
22. AlMohammed HI. et al. Role of aromatherapy as a natural complementary and alternative therapy in cardiovascular disease: A comprehensive systematic review. Evid Based Complement Alternat Med. 2022;2022:4543078.  doi: 10.1155/2022/4543078.
23. Miraj S. et al. Melissa officinalis L: A review study with an antioxidant prospective. J Evid Based Complementary Altern Med. 2017;22(3):385-394.  doi: 10.1177/2156587216663433.
24. Chindo BA. et al. New insights into the anticonvulsant effects of essential oil from Melissa officinalis L. (Lemon Balm). Front Pharmacol. 2021;12:760674.  doi: 10.3389/fphar.2021.760674.
25. Zam W. et al. An updated review on the properties of Melissa officinalis L.: Not exclusively anti-anxiety. Front Biosci (Schol Ed). 2022;14(2):16.  doi.org/10.31083/j.fbs1402016
26. Patrignani F. et al. Lamiaceae in the treatment of cardiovascular diseases. Front Biosci (Landmark Ed). 2021;26(4):612-643.  doi: 10.2741/4909.
27. National Center for Biotechnology Information. PubChem Annotation Record for Convallatoxin, Source: Hazardous Substances Data Bank (HSDB). pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/source/hsdb/3475; Geraadpleegd: 24-11-2022.
28. Ghorbani A. et al. Pharmacological properties of Salvia officinalis and its components. J Tradit Complement Med. 2017;7(4):433-440.  doi: 10.1016/j.jtcme.2016.12.014.
29. Barman R. et al. Nutmegs and wild nutmegs: An update on ethnomedicines, phytochemicals, pharmacology, and toxicity of the Myristicaceae species. Phytother Res. 2021;35(9):4632-4659.  doi: 10.1002/ptr.7098.
30. Ha MT. et al. Phytochemical and pharmacological properties of Myristica fragrans Houtt.: an updated review. Arch Pharm Res. 2020 Nov;43(11):1067-92. doi: 10.1007/s12272-020-01285-4.
31. Ashokkumar K. et al. Nutmeg (Myristica fragrans Houtt.) essential oil: A review on its composition, biological, and pharmacological activities. Phytother Res. 2022;36(7):2839-2851. doi: 10.1002/ptr.7491.
32. Dosoky NS. et al. Biological activities and safety of Citrus spp. essential oils. Int J Mol Sci. 2018;19:1966.  doi.org/10.3390/ijms19071966.
33. Mannucci C. et al. Clinical pharmacology of Citrus aurantium and Citrus sinensis for the treatment of anxiety. Evid Based Complement Alternat Med. 2018;2018:3624094.  doi: 10.1155/2018/3624094.
34. Klimek-Szczykutowicz M. et al. Citrus limon (Lemon) phenomenon – A review of the chemistry, pharmacological properties, applications in the modern pharmaceutical, food, and cosmetics industries, and biotechnological studies. Plants (Basel). 2020;9(1):119.  doi: 10.3390/plants9010119.
35. Mulder A.W.J. Het Kasteel Amerongen en zijn bewoners. Maastricht: Leiter-Nypels; 1949.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Publicaties