Hebben kruiden (geen) bijwerkingen?

Brede werking

Een ‘bijwerking’ wordt meestal beschouwd als een als negatief ervaren bijeffect van een medicijn, naast de nuttige werking. De meeste kruiden bevatten een breed assortiment aan werkzame stoffen. Ze hebben vaak een zeer brede therapeutische werking, dat wil zeggen dat een kruid verschillende effecten kan hebben. Bijvoorbeeld Gember (Zingiber officinale Rosc.), een plant die gebruikt kan worden bij wagenziekte (anti-emeticum), als ontstekingsremmer dienen (COX-remmer), bij hoest (expectorans, mucolyticum), je kan ervan gaan zweten (diaforeticum) en nog veel meer.

Dosering

De dosering van de kruiden is van belang: een te hoge dosering kan wel degelijk onaangename bijwerkingen veroorzaken, en een te lage dosering te weinig effect. Dit dient dus individueel afgesteld te worden.

Interactie

Kruiden kunnen ook een wisselwerking met andere medicijnen aangaan. Het ene kruid kan bijvoorbeeld de werking van een medicijn versterken, een ander kan dit verzwakken. Dit laatste kan bijvoorbeeld gebeuren als een kruid het andere middel te snel doet ‘afbreken’, waardoor het aan effectiviteit verliest. Daarom is het belangrijk te weten welke geneesmiddelen er eventueel al worden gebruikt.

Keuze

Het is dus lastig om te zeggen of planten wel of geen bijwerkingen hebben; ze hebben een brede werking. Bijvoorbeeld: Iemand wil een natuurlijk middel tegen verkoudheid en hoest gebruiken. De plant uit het voorbeeld hierboven zou nuttig kunnen zijn, want die helpt bij vastzittende hoest. Aangezien deze fictieve persoon ook gewrichtsontsteking heeft, is een positieve bijwerking dat dezelfde plant een pijnstillend effect heeft; het is immers een ontstekingsremmer. Maar, als deze persoon toevallig ook last heeft van opvliegers, dan is dit geen goede keuze: door de zweetdrijvende werking zou de bijwerking een verergering van de opvliegers zijn. Er moet dan een andere plant gekozen worden.


Zie ook: Baat het niet dan schaadt het niet?